Hoe kwam de Amerikaanse grondwet tot stand?

#2 || Amendementen

Hier zijn twee voorbeelden van Amerikaanse Amendementen.

- Amendement II: Regelt de vorming van milities en geeft burgers het recht vuurwapens te dragen. Voor bescherming en veiligheid. Als je wordt aangevallen heb je het recht om jezelf te beschermen met een vuurwapen. Hoewel ze lang niet allemaal een vuurwapen bezitten, beschouwen de meeste Amerikanen dat wel als een onvervreemdbaar recht. Helaas, want dit is een van de minst aangename kanten van de Amerikaanse samenleving. De redenering dat meer vuurwapens je meer veiligheid bieden in een samenleving die onveilig is omdat er te veel vuurwapens rondzwerven, is moeilijk te volgen. Maar het is een gegeven. De belangen en sentimenten die met vuurwapens te maken hebben, zijn zo sterk dat Amerika er wel nooit meer vanaf zal komen.
• Amendement XIII: Verbiedt slavernij.
Rond 1800 werd deze beweging hoe langer hoe sterker. Het afschaffen van de slavenhandel en vooral van de slavernij was echter geen gemakkelijke opgave. Jarenlang hadden slaveneigenaren hun gang kunnen gaan. Hadden ze slaven kunnen kopen en verkopen en hadden ze de slaven kunnen laten doen wat ze goedvonden. En daar zou dan een einde aan moeten komen? Daar voelden de meeste eigenaren eigenlijk helemaal niets voor.

Toch kreeg de strijd voor de afschaffing van de slavernij meer steun. Vooral in Groot-Brittannië steunden veel mensen de beweging. Ze deden dit omdat ze vanwege hun geloof tegen de handel in slaven waren. In 1787 werd er dan ook een stichting opgericht die de naam ‘Vereniging ter verwezenlijking van de afschaffing van de slavenhandel’ had. Ook zwarte mensen die in Groot-Brittannië woonden, gingen zich inzetten voor de afschaffing. Met een heel duur woord wordt deze strijd ook wel de strijd voor abolitie genoemd. Op dit moment was de strijd van het abolitionisme vooral gericht op het stoppen van het vangen en verkopen van de slaven uit Afrika. Ze hoopten dat als slaveneigenaren geen slaven meer mochten kopen en verkopen, dat ze dan beter zouden zorgen voor de slaven die ze al hadden. Want weet je wat ze dachten? Als ze nu geen nieuwe slaven meer kunnen krijgen, dan moeten ze er wel voor zorgen dat de andere slaven genoeg te eten en te drinken krijgen en dat ze genoeg uit kunnen rusten. Als er slaven ziek zouden worden of er slaven stierven, dan zaten ze zelf met een probleem. Nieuwe slaven konden ze niet meer krijgen, dus iedere slaaf die stierf, was een slaaf minder, waar geen andere voor in de plaats kon komen.

Helaas waren er ook mensen die er anders over dachten als deze groep mensen die ervoor streed om de slavenhandel af te schaffen. Zij keken alleen maar naar het geld wat de slaven opbrachten en tja, als er niet meer gehandeld mocht worden, zouden ze ook niets meer verdienen. Wilberforce, de man die in Groot-Brittannië tegen de slavenhandel streed, deed dan ook een paar keer een wetsvoorstel dat niets opleverde, omdat sommige mensen het helemaal niet nodig vonden dat de slavernij werd afgeschaft. Gelukkig werd in 1807 uiteindelijk toch nog een wet aangenomen die de Britse slavenhandel afschafte.

Groot-Brittannië was zo het eerste land wat de slavenhandel had afgeschaft. Ook in andere landen begonnen er echter groepen mensen te komen die zich tegen de slavenhandel verzetten. Nu hebben we natuurlijk al uit het bovenstaande gezien dat dat niet altijd direct een afschaffing van de slavenhandel tot gevolg hoeft te hebben, maar dat het ook dan nog wel de nodige strijd en tijd kost voor het zover is. Toch volgden na Groot-Brittannië nog meer landen die de slavenhandel zelf afschaften. Dit gebeurde echter lang niet overal, want er waren ook landen waar slaven echt om hun vrijheid hebben moeten vechten!

De Amendementen in de Grondwet:

- Amendement I: Geeft het recht op vrije meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van godsdienst weer.
- Amendement II: Regelt de vorming van milities en geeft burgers het recht vuurwapens te dragen.
- Amendement III: Verbiedt de overheid zonder toestemming privéhuizen te confisqueren
- Amendement IV: Beschermt burgers tegen onredelijke fouillering of arrestatie.
- Amendement V: Regelt de rechten van verdachten tijdens rechtszaken.
- Amendement VI: Geeft verdachten het recht op een spoedige behandeling van zijn zaak en rechtsbijstand.
- Amendement VII: Geeft verdachten het recht om via een juryzitting te worden berecht.
- Amendement VIII: Verbiedt onredelijke borgtochten en wrede behandeling van verdachten.
- Amendement IX: Zegt dat de grondwet niet allesomvattend is en dat men rechten heeft die niet met name genoemd worden.
- Amendement X: Stelt dat bevoegdheden niet specifiek aan de federale overheid voorbehouden aan de staten of het volk toebehoren.
- Amendement XI: Verduidelijkt provisies aangaande de rechtsprekende macht.
- Amendement XII: Wijzigt de procedure voor de verkiezingen van de president en vicepresident.
- Amendement XIII: Verbiedt slavernij.
- Amendement XIV: Regelt het staatsburgerschap.
- Amendement XV: Verbiedt discriminatie op basis van kleur of ras.
- Amendement XVI: Regelt inkomstenbelasting.
- Amendement XVII: Wijzigt de procedure waarmee senatoren worden gekozen.
- Amendement XVIII: Verbiedt verkoop van en handel in alcoholische dranken, drooglegging.
- Amendement XIX: Verbiedt discriminatie op basis van geslacht.
- Amendement XX: Wijzigt de termijnen van Congresleden en de presidentiële termijn en regelt de presidentiële opvolging.
- Amendement XXI: Verklaart de droogleggings clausule (zie amendement XVIII) nietig.
- Amendement XXII: President gelimiteerd tot twee volle termijnen of tien jaar. Als een persoon anders dan de gekozen president de functie van president langer dan twee jaar vervult mag deze persoon hoogstens een maal gekozen worden. Per saldo mag een vervangende president daarmee gedurende maximaal tien jaar de functie vervullen (bijvoorbeeld de vicepresident na het overlijden van de president).
- Amendement XXIII: Kiesrecht voor inwoners van het District of Columbia.
- Amendement XXIV: Verbiedt staten een belasting te heffen om te mogen stemmen.
- Amendement XXV: Wijzigt de presidentiële opvolging en geeft weer hoe en wanneer een president niet geschikt wordt geacht om het ambt uit te oefenen.
- Amendement XXVI: Kiesrecht naar 18 jaar.
- Amendement XXVII: Regelt salarisverhogingen voor Congresleden.
PO GESCHIEDENIS. KAYIU & ANNE MARTE HAVO4